Dit zijn woorden definitions gerelateerd aan zooming. Klik op een woord om naar de detailpagina van het woord te gaan. Of, ga naar de definitie van zooming.
0 present participle of zoom
1 to move very quickly:
They got into the car and zoomed off.
In the last few metres of the race, she suddenly zoomed ahead.
House prices suddenly zoomed up last year.
NIEUWE WOORDEN
European
May 10, 2021
WOORD VAN DE DAG
Shimmer